ONZE OVERLEDENEN GEDENKEN
De verkondiging
op Eeuwigheidszondag
GEDENKEN
Er is een gezangvers dat past bij de gedachtenis der gestorvenen. De
beginregel is: ‘Heer, herinner u de namen van
hen die gestorven zijn'.
Maar – moet de Heer zich de namen van de gestorvenen
herinneren? Kan Hij ze dan vergeten?
‘Herinneren' is een niet zo gelukkige weergave van het bijbelse woord
‘gedenken.'
‘Heer, gedenk de namen,' dát wordt bedoeld.
Wij kennen het woord ‘gedenken', uit de psalmen, de roep tot God: ‘Gedenk
mijner.'
Gedenken is niet enkel: denken aan, en zeker niet slechts: zich herinneren.
Het omvat activiteit.
Nog zo'n gebed: ‘Heer, gedenk uw gunstbewijzen
– dat wil zeggen: ‘Heer, wil Gij opnieuw gunst
aan mij bewijzen'.
Nu kunnen we beter begrijpen wat het is, de overledenen te gedenken. Niet
enkel ons herinneren wie ze waren. Veel meer! Het is: onze gestorven vader
of moeder, vrouw of man, of wie ook maar, in ons leven hier en nu een
werkzame rol geven.
Het is daarom dat wij hun namen vandaag hardop uitspreken – zo begint
de gedachtenis.
Hoe belangrijk zijn onze namen!
Wanneer we nog heel jong zijn hebben we nog maar weinig meegemaakt; dan
roept onze naam nog weinig op. Het kan soms lachwekkend zijn om u eens
een voorbeeld te geven: ik zag eens een vrouw met een klein meisje, beiden
slecht gekleed en onverzorgd. De vrouw sprak het kleutertje aan met ‘Miranda'.
Ik moest er om grijnzen, ik ken namelijk de vertaling van die naam: het
is een Latijnse naam, Miranda, en dat betekent: de bewonderenswaardige.
Er was echter aan dat kindje met haar loopneus en ongewassen haren en
dito kleren weinig bewonderenswaardigs. Het kan nog lang duren eer het
zover is. Een naam moet ook bij je gaan passen, het moet uitdrukking worden
van wie je zijn mag.
Een oude man of vrouw met een veelbewogen leven achter zich, dragen hun
namen heel anders: wie zulk een naam noemt, roept in een kring van bekenden
dat hele leven van vreugde en verdriet op.
Zó namen te noemen, dát is gedenken. Want het doet wat bij ons: het brengt
ons tot bezinning, misschien tot daden; het is inspiratie, door hun geloofsleven.
Vragen wij de Heere-God om de namen van de
overledenen te gedenken, dan bidden wij om dezelfde genade die Hij hun
geschonken heeft. Dan vragen wij om in verbondenheid met hen gemeente
te mogen zijn.
Een naam staat niet enkel voor de persoonlijkheid, maar ook voor al wat
onze overleden man of vrouw, vriend, vriendin, vader of moeder, voor ons
betekend hebben.
Via onze gedachtenis zijn zij actief aanwezig, zo, dat er kracht van hen
uitgaat. Hoe dat kan?
Omdat zij leven voor Gods aangezicht. ‘God is niet een God van doden maar
van levenden, en voor Hem leven zij allen', zegt Jezus. Volgens het Johannes-
Evangelie zegt Jezus: ‘Een ieder die leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid
niet sterven.' Dat wil zeggen: Onze gestorvenen leven voor het aangezicht
van de Heer. God roepen om ons te gedenken,
en om onze gestorvenen te gedenken, horen bij elkaar. Daar past ook bij
dat wijzelf onze doden gedenken. Via de gedachtenis van hen die in Christus
ontslapen zijn, – via zulke gedachtenis werkt de Heer
in ons, onder ons.
Zoals de Heer op geheimnisvolle manier bij
ons is, zo zijn ook onze gestorvenen in het verborgene bij ons. Wij gedenken
vandaag de overledenen. Wij willen hun gelovig leven en sterven voor ons
krachtig laten zijn, werkzaam. Dit gebeurt op de wijze van een gebed tot
de Heer, hun te gedenken. Het is een gebed,
of Hij ons net zo wil doen als Hij onze overleden gestorvenen gunst bewezen
heeft. Hun namen zullen in gedachtenis worden gehouden. Als wij hun namen
noemen in deze liturgie-viering, dan gedenken wij hun totale bestaan.
Hun naam is nu als-het-ware een samenvatting van alles wat zij hebben
betekend. Het begon al bij hun Doop. Toen werd hun naam uitgeroepen in
de gemeente van Christus, verbonden met Christus. Hoe kan een naam die
met Christus genoemd is, vergeten worden? Zulke namen mogen in gedachtenis
worden gehouden. Ja wij houden God zelf er aan, de namen te gedenken.
Het gedenken is actief: het houdt levend hetgeen onze overledenen zijn
geweest, nu zijn, én in de komende tijd voor ons betekenen.
Zo actief omgaan met onze gelovige overleden, dat is pas echte troost.
Het verdriet kan nog zo groot zijn, maar: niet wij in onze droefheid staan
in het middelpunt, maar de overledene. Wij gedenken immers!
De gestorvene in zijn of haar persoonlijkheid, geloofsvertrouwen en geloofsdaden,
die houden wij levend door onze gedachtenis. Er wordt op die manier u
een grote en voorname verantwoordelijkheid gegeven.
En wist u dat in het Nieuwe Testament de woorden ‘troost' en ‘verantwoordelijkheid'
dezelfde wortel hebben? Twee kanten van dezelfde genade die God geeft.
Het hoogste en voornaamste blijk van Gods genade is, dat Hij ons verantwoordelijkheid
geeft.
Dan is er na een overlijden van een dierbaar kind of een geliefde partner
niet alleen verdriet.
Niet alleen verdriet...
Leest u ook nauwgezet de overlijdensadvertenties in de kranten? In mijn
woonplaats Dordrecht staan er wekelijks wel tien of meer in de gratis
huis-aan-huis krantjes. Met bijzondere aandacht kijk ik naar de aanhef
van de advertenties. Er zijn er nogal wat, waarin staat dat weduwen, weduwnaars
en kinderen diepbedroefd zijn, en dat over het gemis van iemand die meer
dan 85 jaar oud geworden is...
En dat is het dan.
Met alle respect voor die diepe droefheid vraag ik me af: is er dan geen
dankbaarheid, om die in een paar woorden te benadrukken? Samen met een
uitvaartleider of geestelijke kunnen ze toch wel formuleren,
wat de waarde van het leven van de overledene is geweest?
Het is de Gemeente van Christus waarin we juist deze waarde tot zijn recht
laten komen. Gedenken is dat !
Zo kunnen hun gelovig leven en sterven voor ons krachtig zijn, werkzaam.
Gedenken is actief en maakt ons actief !
Dan leven wij verder met de geloofskracht van onze gelovige gestorvenen.
Ons zwakke sterfelijke leven krijgt een basis die in God ligt, en, wat
meer is, mag putten uit de hoop op het komende Rijk van God.